03-11-2021
Werken in de schoonmaak betekent vaak samen werken met verschillende nationaliteiten. Mensen met diverse culturen, achtergronden en gewoonten. En dat kan best een uitdaging zijn, voor zowel de medewerker als de leidinggevende. Hoe zorg je ervoor dat zo’n divers team toch goed – en dus productief – samenwerkt? Twee leidinggevenden delen hun ervaring.
Goed samen werken staat of valt met goede communicatie. En dat kan in een team met diverse nationaliteiten best ingewikkeld zijn. Je beoordeelt culturen immers vanuit jouw cultuur. Je eigen cultuur is wat je kent, wat vertrouwd is en wat jij als normaal beschouwt. Een andere cultuur wijkt dan snel af van wat jij normaal vindt. En dat kan leiden tot ongewenst gedrag op de werkvloer: zoals de ander negeren, buitensluiten, opzadelen met ‘vervelende’ taken, enzovoort.
Daarom is het belangrijk dat de medewerkers van een team elkaar beter leren kennen, zodat er begrip voor elkaars cultuur ontstaat. Voor elkaars gewoonten en gebruiken. Dit gaat vaak niet vanzelf. Samenhang creëren heeft dan een zetje nodig.
Werelds buffet
Anneke van Telgen (62), rayonmanager bij Novon, maakte het in praktijk mee. Zij stuurt meerdere groepen medewerkers aan. Eén groep in het bijzonder stak erboven uit: een team van vijftien medewerkers, voornamelijk vrouwen. Uit Marokko, Ethiopië, Nigeria, Noorwegen, Turkije, Zuid-Amerika, Indonesië… Anneke: “Ze keken niet op of om naar elkaar. Bij binnenkomst liep iedereen afzonderlijk een eigen kant op.” Op het moment dat er een nieuwe voorman kwam, die dus óók niemand kende, besloot ze in te grijpen. “Ik kon het niet meer aanzien. Er was onderling geen enkel contact, laat staan dat ze samen werkten. De druppel was de klant, die aangaf ontevreden te zijn. Ik stelde voor dat alle medewerkers een gerecht uit hun thuisland zouden bereiden en meenemen. Een gerecht dat iets zei over het land van herkomst en over zichzelf. Ze werkten op een grote school, dus er was een restaurant, waar we konden zitten, en een keuken, waar we naderhand samen konden afwassen. Ik wist niet zeker of ze me goed hadden begrepen, want de meesten hadden het Nederlands nog niet zo onder de knie. Maar twee dagen later kwam er inderdaad een dame naar me toe en zei dat ze graag iets wilde maken, maar dat het vlees zo duur was. ‘Prima’, zei ik. ‘Ik kom je graag tegemoet.’ Die paar euro kan ik wel missen.
Een week later, op een vrijdag, was het zover. Iedereen had een gerecht gemaakt en de een had nog meer uitgepakt dan de ander. Vooral de Afrikaanse dames hadden er veel werk van gemaakt en verschenen in prachtige Afrikaanse kleding. Ook de nieuwe voorman was aanwezig. We stelden elkaar allerlei vragen over elkaars land, klederdracht, nationale feestdagen en tradities, en proefden elkaars gerechten. Het bleek zo’n leuke manier om elkaar te leren kennen. De weerstand om te spreken viel weg.
De maandag erop fietsten sommigen zelfs samen van en naar het werk. De sfeer onderling was er gigantisch op vooruitgegaan. De groep was een team geworden. En dat betekende ook dat ze opeens echt samen werkten. Elkaar hielpen, als dat nodig bleek. Kortom, veel productiever werden.”
"De vrouw die recht in mijn gezicht zei dat ze mij niet moest, is nu een vriendin"
Tijd voor koffie
Ook Nouzha el Azzouzi (39), objectleider bij Novon, stuurde een divers team vrouwelijke medewerkers aan. Een team dat vakantiehuisjes schoonmaakte op een recreatiepark. Er was onderling wel contact, maar alleen tussen de vaste medewerkers: de Nederlandse vrouwen. De rest van het team bestond uit verschillende nationaliteiten. Onder anderen Sudanezen, Marokkanen en Syriërs – asielzoekers met een tijdelijk contract. Het verloop binnen het team was groot. De Nederlandse medewerkers hadden weinig zin om in die contacten te investeren. Want ‘ze spreken niet goed Nederlands’ en vooral ‘ze blijven toch niet lang’. Des te lastiger om er toch één hechte groep van te maken. “Het leken wel twee verschillende groepen”, vertelt Nouzha. “Daarom spoorde ik alle dames aan om in de pauze samen koffie te drinken. ‘Kom er nou toch gewoon even bij zitten’ zei ik dan tegen de buitenlandse vrouwen. ‘Zo pik je wat Nederlandse woorden mee en maak je meer deel uit van de groep’. De Nederlandse vrouwen op hun beurt moesten ook overgehaald worden, maar zagen uiteindelijk wel het belang van groepsvorming. Het duurde even – de ene keer kwamen ze er wel bij zitten, de andere keer niet – maar gaandeweg ontstond er een steeds hechter team. Ze spraken met handen en voeten. Soms pakte iemand de vertaal-app erbij. Hoe dan ook, ze communiceerden! Na verloop van tijd hielpen ze elkaar zelfs met het werk. Die koffiemomenten droegen zó bij aan de motivatie en productiviteit.”
Nog steeds is het verloop binnen het team groot, maar Nouzha blijft energie steken in het groepsproces. Waarbij ze de Nederlandse vrouwen blijft vragen zich in te leven in de situatie van de buitenlandse vrouwen. “Want met name de asielzoekers hebben het zwaar. Dat snappen sommigen niet. ‘Hoe zou jij je voelen?’, zeg ik dan.” Die gezamenlijke koffiemomenten houdt ze er daarom in. Om elkaar beter te leren kennen, elkaar eens echt aan te kijken.
Een paar jaar geleden kreeg Nouzha zelf te maken met buitensluiting. Ze werd aangesteld als leidinggevende van een groep Nederlandse vrouwen. Na een week kwamen de vrouwen bijeen en riepen Nouzha, van Marokkaanse afkomst, erbij. “Wij willen jou niet”, was de boodschap. Nouzha: “Het voelde als een klap in mijn gezicht. ‘Waarom niet?’ vroeg ik. Maar daar konden ze geen antwoord op geven. ‘Gewoon niet. We mogen jou niet.’ Ik vermoed dat het om mijn afkomst ging. Mijn trots is te groot om dan weg te lopen. In plaats daarvan zei ik: ‘Dat verbaast me, want we hebben helemaal niet de tijd gehad om elkaar te leren kennen. Dus hoe kunnen jullie dan zeggen dat jullie mij niet mogen? Ik stel voor om elkaar vier weken lang de kans te geven. In die vier weken ga ik mijn best doen jullie te leren kennen. Ik vraag jullie dan om mij beter te leren kennen. Als jullie er na die weken nog steeds zo over denken, stap ik alsnog op.’ Zo gezegd, zo gedaan. Weer bleken die gezamenlijke koffiemomenten de uitkomst. Twee keer per week, tijdens de wissel, zaten we een halfuur bij elkaar. Dan was ik er echt voor ze. We spraken over van alles, niet alleen over werk. Ook over de situatie thuis, kinderen, noem maar op. Niet te verwarren met de lunchpauzes, maar ook dan zaten we bij elkaar. Daarnaast hielp ik met schoonmaken als er iemand uitviel. Ik liet daarmee zien dat ik als leidinggevende niet boven ze sta, maar naast ze. Dat hadden ze niet eerder meegemaakt. Na die vier weken is er geen bijeenkomst meer geweest, ze hebben het er niet meer over gehad. Sterker nog, de vrouw die recht in mijn gezicht zei dat ze mij niet moest, is nu een vriendin.”
Een e-learning volgen?
Voor zowel leidinggevenden als medewerkers zijn er verschillende e-learnings. Over bijvoorbeeld ongewenst gedrag op de werkvloer. Een toegankelijke manier om in 10 minuten je kennis op te frissen.
https://elearning.elkedagweer.nl
Chatten met een vertrouwenspersoon?
Iedereen in de schoonmaak en/of glasbewassing kan met al zijn vragen over ongewenst gedrag chatten met een vertrouwenspersoon: op dinsdag en donderdag tussen 17.00 en 19.00 uur. Ga naar Elkedagweer.nl en klik op ‘Chat met ons’. Als je liever belt, kun je dat – naast de vertrouwenspersoon van je eigen bedrijf - doen met de Centrale Vertrouwenspersoon van de RAS, Carla Goosen. Zij is te bereiken op telefoonnummer 0800 - 023 06 54.
Meer weten over ongewenst gedrag en discriminatie?
Op https://ongewenstgedrag.elkedagweer.nl vind je antwoorden op vragen over ongewenst gedrag. Klik op een poster voor meer informatie of advies over de verschillende thema’s. Wil je weten of iemand over jouw grens gaat? Ga dan naar Check: mijn grens. Wil je een melding maken? Ga dan naar de meldpagina.
Om discriminatie tegen te gaan, moet je het eerst wel herkennen. Daarom hebben we een tool ontwikkeld waarbij jij kunt testen of je alle vormen van discriminatie (her)kent. En waarbij je tips krijgt over wat je in zo’n situatie kunt doen.
https://discriminatie.elkedagweer.nl